” in 2012 dominiq V.D.wall., next to his sculptural work, again began to paint on canvas. Amazing how he evokes, even on a smal size of canvas, an immeasurable environment, a pale and empty landscape. Always sober, but painted very precisely. Usually the landscape is sparsely populated by very fine lines with a curved head. With such a line-figure, the black motif that he calls ‘pioneer-tree’ becomes immense. Elsewhere in the empty expanse, black smoke comes out of a crack. In another, more clouded vista, it looks like an industrial plume of smoke, looking utterly unhealthy.
A post-apocalyptic universe ? Not quite. the artist always evokes the pivotal moment between the end of an era and a new beginning. There is something of the sublime in the air, as Irish philosopher Edmund Burke defined it through horrors and devastating natural forces that are both terrifying and enchanting.”
(Christine Vuegen, 2018)
__________________________
“ in 2012 begon dominiq V.D. wall., naast zijn sculpturale werk, opnieuw op doek te schilderen. Verbazend hoe hij zelfs op klein formaat een onmetelijke omgeving oproept, een bleek en heel erg leeg landschap. Altijd sober, maar zeer precies geschilderd. Meestal is het spaarzaam bevolkt door ragfijne lijntjes met een gebogen kop. Met zo’n lijnfiguurtje erbij wordt het zwarte motief dat hij ‘pioniersboom’ noemt, immens groot. Elders komt in de lege weidsheid, zwarte rook uit een spleet. In een ander, meer wolkig vergezicht lijkt het een industriële rookpluim, die er verrekt ongezond uitziet.
Een post-apocalyptisch universum ? Niet helemaal. De kunstenaar evoceert altijd het scharniermoment tussen het einde van een tijdperk en een nieuw begin. Er hangt iets van het sublieme in de lucht, zoals de Ierse filosoof Edmund Burke het definieerde aan de hand van verschrikkingen en verwoestende natuurkrachten die tegelijk angstaanjagend en betoverend zijn.”
(Christine Vuegen, 2018)
__________________________________________
Fire is an essential aspect of the work
From the point of view of technique and form; heating, warming, burning and fully combusting were/are mostly very important steps during the creation of the work, and have an important role in the content. The processes used to create the work always involves building up and breaking down creation and destruction. Appearing-Vanishing (Beginning-End).
*In the earlier work (the first sculptures from ’93 until ’99), fire (heating, warming, melting of wax, shrinking plastic, cooking, …) was an important aid in the preparation of the mixtures and materials used to build up the work. (Most likely a follow up from the work and experience as a pastry chef and baker, 1982 – 1991)
*Later on (1998-2012), fire has a more direct influence and impact on the material and even on the artwork itself (caramelizing and melting together of sugar, scorching, burning, heating, shrinking, …) In this manner, the fire determines the colour of the artwork, and so on the work becomes mostly brown, black or all shades in between. (This brings colours back to the soot mixtures (black for print making and drawing ink), as a result of education in graphical arts.)
*New materials (unusual materials: bread-coal, charcoal, carbon dust, ash, …) were introduced in 2003 and integrated and explored in the new work processes. Lost materials are regenerated. The differences between the basic materials and the residue are worked away and questions are asked. (This most likely originated from the influence of a powerful wooden and coal stove which warmed the studio. Many materials as well as basic materials were prepared in the heat of this stove, for example the charring of bread.) Due to the new materials being created and used, the form undergoes an evolution. More different ways of finishing and detailing the artwork became possible. In this way, the context and concept of the artwork becomes increasingly rich and more nuances come to light. ‘The important aspect Appearing-Vanishing becomes expressly suggested. The Erosion of Sense (permutatio) is investigated further’.
*since 2012, the use of fire as part of the ‘making-process’ of the work has been greatly reduced. Rarely, fire (heat) is still used, except to perforate or melt the canvas-surface.
dominiq V.D. wall. / vert.: Noach Vandewalle 10/8/2014
_______________________________________________________________
Vuur is een essentiële aanwezigheid in het werk.
Technisch en formeel gezien vormen verhitting, opwarming, schroeien, verbranden of opbranden een belangrijke schakel tijdens het ontstaan van het werk en bepalen ze mee de verschillende inhouds-gebonden aspecten. Het is in het werk(proces) steeds opbouwen en afbreken (afbouwen) – creëren en Vernietigen. Verschijnen-verdwijnen. (Ontstaan-vergaan.)
*In vroeger werk ( eerste sculpuren in ’93 tot ’99 ) vormde vuur (opwarming, verhitting, smelten van was, krimpen van plastiek, koken, …) vooral een hulpmiddel tijdens het bereiden van mengsels en materialen om het werk op te bouwen. (Zeer waarschijnlijk een rechtstreeks gevolg uit de opleiding en werkzaamheid als bakker – banketbakker. (1982-1991))
*Later (1998-2012) wordt vuur veel directer aangewend, in direct contact met het materiaal of zelfs met het werkstuk (carameliseren van suikers, bijeen smelten van suikers, verschroeien, verbranden, verhitting, krimping, …). Het vuur gaat op die manier ook veel meer het coloriet van het werk bepalen en zo worden de werken meestal bruin, zwart of zwart-bruinig in al zijn gradaties (: terug naar het kleur van de roetmengsels in de zwarten van drukinkten en teken-inkten, uit mijn opleiding grafiek ?)
*Nieuwe materialen (oneigenlijke materialen : broodskool, houtskool, steenkoolgruis, as,…) bieden zich in 2003 aan en nieuwe werkmethodes worden geëxploreerd. Verloren materialen worden geregenereerd. De verschillen tussen grondstof-reststof worden opgeheven en in vraag gesteld. (dit mede mogelijk gemaakt door de zware kachel die het atelier met hout en kolen verwarmt en die elke dag wordt gestookt. Veel materiaal en grondstoffen worden in de hitte van de brandende kachel bereid en geprepareerd. = bv: het verkolen van brood en hout.)
Dat ging uiteraard ook recentere vorm-ontwikkelingen bepalen. Meer en andere afwerkingsmogelijkheden waren mogelijk. Mede daardoor worden de inhouden van het werk rijker en meer nuances leggen zich bloot. ‘Het belangrijke aspect verschijnen-verdwijnen wordt veel duidelijker gesuggereerd. De erosie van de betekenis (permutatio) wordt dieper onderzocht’.
*Sinds 2012 is het aanwenden van het vuur als deel van het ‘maak-proces’ van het werk fel verminderd. Zelden wordt vuur (hitte) nog aangewend, tenzij om te perforeren of het canvas-oppervlakte te smelten.
dominiq V.D. wall./28/8/2008
_______________________________________________________________
Els Vermeersch 2014:
In het atelier achter de warme woonkamer staan beelden.
Sculpturen stapelen zich stil op, naakt of verpakt.
De beeldhouwer benoemt de achterkant van onze wereld : ‘Eiland van melk en honing’ ( 1995), ‘Asem-toeters en Boomkreten’ (1996-1997), ‘Wie het huisje past trekke het aan’ (1997) en een ‘Bisschop met kind’ (1999). ‘Schuilhuiden’ en ‘Lijnlopers’, ‘Vergeetbeelden’ en ‘Bergvrouwen’ laten ons in ons hoofd wonen.
Achter het atelier, voorbij de warme woonkamer is de witte geschilderde ruimte. Een kleine tafel en een rode rollende stoel staan op de rand van een sleets tapijt. De witte wand toont een onherbergzame maar troostende wereld: ‘Rookkruinen’, ‘Boomzuilen’, ‘Donker’ en ‘Duister’,… ‘Nanachtland’ en ‘Westerwand’ …
Er ontplooit zich een geschilderde werkelijkheid. In elk beeld ontstaat een ruimte. Een boom brandt aan de kruin. Donker en duister van vorm en inhoud gaan een meesterlijk gevecht aan met het wit van de materie en het verhaal. Hier ligt een boomkrater, daar kijkt een transhumaan.
Ik spiegel mij in en aan het werk aan de muur en zie een verbrand, stil universum. Ik denk aan een tentoonstelling over Spiegelbeelden en vraag me af hoe het echt met de wereld gesteld is. Als Leonardo Da Vinci rond 1490 het werk van Vitruvius illustreert, tekent hij manifest een zelfbewuste man. De ‘Uomo Universale’ staat in het centrum van de wereld. Zijn uitgestrekte armen en benen vullen het vierkant en de cirkel. Na eeuwen van niet af-beelden staat het beeld van de mens bij zijn wedergeboorte in de 15de eeuw in het middelpunt. De beeldende kunst toont de kanteling van de plaats van de mens in de wereld. In de 19de eeuw wandelt die mens naar de rand van die wereld in het werk van Caspar David Friedrich. In 1958 maakt Jacques Richez een affiche voor de wereldtentoonstelling in Brussel. We zien opnieuw een wereldbol. Daarbinnen knielt een mens met uitgestoken arm. De bol in de bol balanceert op de palm van zijn hand. De zinsnede ‘balance del mundo por un mundo humano’ illustreert de hervonden welvaart en vrede van ‘58. In het werk van dominiq V.D.wall. wandelt een transhumaan figuur rond.
Een uitgepuurde tak ? Gebogen, gedoofde lamp langs de autostrade ? Die figurant in het werk van dominiq V.D.wall is terug van weg geweest. De bomen spelen met vuur. De transhumaan lijkt zich af te vragen wat hij aangericht heeft. Deze schilderijen spreken over dingen die niet zijn wat ze lijken, lijken wat ze niet zijn; over de grens tussen natuur en aangerichte ‘orde’ door mensen; over het moment waarop mensen het humane overschrijden. Maar ook omgekeerd. Het kan een idyllisch landschap zijn. Op de grens tussen tragiek en esthetiek, tussen rust en sehnsucht, tussen desolaat en opnieuw vullen, staat de boom centraal.
‘Elk goed werk bezit een stuk autobiografie van zijn maker. Het vormt de ‘onzichtbare poort’ waarlangs de kijker het werk wordt binnengeleid’. dominiq V.D.wall.1997
dominiq V.D.wall. is eerlijk. Zijn werk staat voor wat het staat, voor wie de maker is.
dominiq V.D.wall. is veelzijdig. Ik ontmoette eerst het werk, daarna de kunstenaar.
Ruimschoots 30 jaar lang bouwt hij gedreven aan een beeldend oeuvre. Kenmerkend zijn de verhalende, poëtische inhouden en een krachtig meesterschap. Hij tekent, sculpteert, bouwt, praat of schrijft, letterlijk en figuurlijk met vuur, vormelijk en inhoudelijk met métier. Het aanvankelijk toegepaste vuur tot smelten van was en plastiek (’92-’98) werd gaandeweg (’98- …) verfijnd tot meer duiden van metaforische inhoudelijkheden omtrent ‘verschijnen en verdwijnen’.
Hij leest, denkt, bekijkt en becommentarieert de hedendaagse wereld. Hij maakt zich ongerust en denkt positief. Hij is er steevast van overtuigd dat we nu beelden nodig hebben die troosten in een op hol geslagen beschaving. Zijn engagement vindt taal en teken in zijn werk.
_______________________________________________________________
Wim van der Beek (NL) / ‘KUNSTBEELD’ nr 11 – 2006:
Doelbewust morrelt dominiq V.D.wall. aan de geijkte opvattingen met betrekking tot beeldhouw- en tekenkust. Hij maakt sculpturen met koffie, broodskool, bloem, rijst, rubber en suiker. En hij tekent met chocola. Het onorthodoxe materiaalgebruik werkt desoriënterend en het mensbeeld van de kunstenaar is al even ongrijpbaar. Vastgeroeste referentiekaders worden de kijker ontnomen. Er zit niets anders op dan op zoek te gaan naar nieuwe ijkpunten. dominiq .V.D.wall. stelt de fricties tussen duurzaamheid en eeuwigheid aan de orde en hij bevraagt de houdbaarheidsdatum van beeldende kunst. Zijn mensbeelden zijn al even vergankelijk en ongrijpbaar als het leven zelf. Met de condition humaine is van alles aan de hand.
dominiq .V.D.wall. rekent genadeloos af met gemakzuchtig kijkgedrag, met verkilling en verstikkende kuddegeest, met de obligate grenzen tussen traditie en vernieuwing in de hedendaagse kunst en met het arbitraire onderscheid tussen echt en onecht. Zijn kunst confronteert ons met mensen die van alles mankeren, ons de maat nemen en het wezen van onze existentie bevragen.
Deze mensbeelden zijn er niet om ons te behagen, maar om tot nadenken te stemmen.
_______________________________________________________________
PERMUTATIS PERMUTANDIS
Permutations are largely responsible for the outward appearance of our society. They are the driving force of our society and make it evolve faster and closer together. This permutatio, entity changes, swops of meanings, exchanges of values… etc., assigned by the new owner or creator of an object or image, often work more accessible than the original meanings, contexts and entities which are enclosed in an image or an object. The new context or the whole of meanings lies at the surface of things, further away from the original content, is more direct, is comprehensible and therefore easier to follow (as symbols). They usually bring about a sense of belonging or lift man in his thoughts, just for a moment, above this trivial existence (idolatry, idolization, or sense of power), depending on the level they are situated on or set out.
That is the power of those permutations. ( Lat. : permutare: change, switch, exchange, shift)
Time and time again permutated images are put to use to make us believe we have no limit whatsoever. It is as if one is trying to engraft shoots of different kinds on the same tree to finish with one tree baring all the fruits at the same time. The real reason for that is that we are made dependant of all sorts of powerful mechanisms which keep our convenience society and its culture of consumption going and which try to determine our lives. Existing images or image patterns are lifted out their original context and are used in our present image culture in a seductive manner as a lubricant to make us consume an obvious product more and more often. We are hit in the face daily with beautiful faces and physical features of ‘top’-models and other celebrities to identify ourselves with, for the purpose of increasing the use of a miracle working remedy, an indispensable gadget, a thingummy, an essential product of ritual. Hence the fact that trends are appearing more quickly, are being dictated, followed and disappearing again. It is getting for each of us more and more difficult to find our truth and in this way we are all consumers and paws in a huge economic game, without anyone actually realizing it.
As a matter of fact, the whole powerful capitalist and financial system has grown out of and is based on an initial “improper exchange” (=permutatio). Lead was exchanged for gems, later on coins for goods and food. Now paper money is exchanged for even more valuable materials, objects and pastime. In addition to industrial speculative capital, money and all other means of payment, which our economy is based on and works with, is most probably the biggest form of permutatio. It seems actually that these are often the most variable and erratic.
Nevertheless our convenience society is inconceivable without those powerful means and systems which provide us with all liberties and help us to overcome our limitations.
In my recent work I try to search for this exchange of meanings and switch of values of the world around us and to use them to get an image that works, that suggests and incites… associations and stories, an inquiry, … other than my own and which shows the sometimes alienating gravity and then again the comical lightness, which both surge up from this life.
dominiq V.D. wall. for addict-lab / power-issue / appearance : spring 2002
Drawings
The drawings mostly begin in moments dedicated only to drawing. They are therefore not daily and are worked in parallel with drawings in the sketchbook. The drawings are an accumulation of ideas, impressions, remarks, questions, thoughts, critics which show themselves through quick visual notation.
The drawings do not (always) necessarily result in a sculpture, painting, (however the sketchbook usually does). The drawings are completely standalone and form the core of the artists works.
All of the sculptures and paintings can be found in the series of drawings, but not visa versa.
(the chapter ‘DRAWINGS’ let you see a small selection of the full range of drawings from 1995 until 2012. After that, drawings became different … and fused with making ‘work’ … painted work.)
about the drawings: “I want to touch the viewer in a light-hearted way or move to question and reflect, while at the same time, making the viewer laugh or just smile, especially with himself.”
dominiq V.D. wall. / transl.: Noach Vandewalle 10/8/14
_______________________________________________________________
Tekeningen
De tekeningen ontstaan meestal in tekenmomenten.
Niet dagelijks dus en lopen parallel met het schetsboek.
Ze zijn eerder het gevolg van bijeen-gespaarde ideeën, indrukken, opmerkingen, vragen, eigenzinnigheden, kritiek,… in dit schetsboek, die plots, bij wijze van snelle beeldende neerslag of notities, vorm krijgen.
De tekeningen staan niet (steeds) noodzakelijk aan het begin van beeldend werk (het schetsboek meestal wel). Ze staan volledig autonoom en vormen eigenlijk ook wel de ruggengraat van het gehele oeuvre.
Alle werkstukken zijn bijna allemaal terug te vinden in de tekeningen-reeksen. Niet altijd andersom.
(op de site vind je een kleine willekeurige selectie uit de duizenden tekeningen sinds 1995 tot 2014. Daarna werden tekeningen anders … en versmolten met het maken van werk … geschilderd werk.)
over de tekeningen : “Ik wil op een luchtige manier de toeschouwer raken of tot vraagstelling en reflectie bewegen en stemmen, tegelijk op een ernstige wijze de aanschouwer laten lachen of gewoon glimlachen, vooral met zichzelf.”
(dominiq V.D. wall. – 2000 : uit ‘Wacht…(2′)’ : catalogus bij de tentoonstelling in De lakenhallen.)
_______________________________________________________________
” Tekenen is luchten (de ramen en de deuren van het hoofd open-gooien) ”
( dominiq V.D.wall. – 2011 )